LDL-cholesterol
Lipoproteïne metabolisme en atherosclerose
De lever speelt een centrale rol in het lipoproteïne metabolisme. De lever produceert grote very low-density lipoprotein (VLDL)-deeltjes die rijk zijn aan triglyceriden en cholesterol. In de bloedbaan worden de triglyceriden door het enzym lipoproteïne lipase omgezet in vrije vetzuren en beschikbaar gemaakt als brandstof voor perifere weefsels als spier- en vetweefsel. Gaandeweg deze afgifte van triglyceriden krimpt het VLDL deeltje en verandert het deeltje eerst in intermediate-density-lipoprotein (IDL) en later in low-density lipoprotein (LDL). LDL is dus een eindproduct van de energievoorziening in het lichaam door triglyceridemetabolisme en bevat uiteindelijk meer cholesterol dan triglyceriden. LDL kan door de LDL-receptor worden opgenomen in de lever. In de darm geproduceerde chylomicronen (met triglyceriden uit de voeding) ondergaan eenzelfde transformatie en hun restanten worden ook door de lever opgenomen.
LDL is klein genoeg om door het endotheel van arteriën te gaan, alwaar het gefagocyteerd kan worden door macrofagen. Hoe LDL precies voor atherosclerose zorgt, staat beschreven op de pagina Pathofysiologie van atherosclerose.
Geschiedenis van LDL
Meer dan 100 jaar geleden werd het eerste bewijs geleverd voor het causale verband tussen plasma LDL-cholesterol en hart-en-vaatziekten. De Russische arts en onderzoeker Anitschkow gaf een overdaad aan cholesterolrijk eigeel aan konijnen en observeerde sterk versnelde atherosclerose in hun arteriën. Tegenwoordig bestaat er omvangrijk en onomstotelijk bewijs dat LDL-cholesterol atherosclerose veroorzaakt. Onder meer observationele studies, genetische studies, dierproefstudies, en randomized controlled trials met honderdduizenden proefpersonen hebben dit aangetoond. Uit grote gerandomiseerde, placebogecontroleerde studies met medicijnen die het LDL-cholesterol verlagen is aangetoond dat een LDL-cholesterol reductie van 1 mmol/L leidt tot een relatieve risicoreductie voor hart-en-vaatziekten van circa 20% gedurende een mediane follow-up duur van 5 jaar.
Kernpunten
- LDL is een atherogeen lipoproteïne waarvan onomstotelijk vaststaat dat het atherosclerose en hart- en vaatziekten veroorzaakt
- Iedere mmol/L verlaging van LDL-cholesterol geeft een relatieve risicoreductie van 20% op hart-en vaatziekten
Genetica van LDL
Sinds een aantal jaar hebben we ook genetische data tot onze beschikking om de invloed van LDL-cholesterol op hart- en vaatziekten te onderzoeken. Zo weten we dat patiënten die geboren worden met een genetische variant die leidt tot familiaire hypercholesterolemie (FH) een hoger risico hebben op het krijgen van hart- en vaatziekten. Andersom zijn er juist ook mensen die geboren worden met genetische varianten die zorgen voor een levenslang lager LDL-cholesterol. Hart- en vaatziekten komen bij deze mensen juist veel minder vaak voor. Aangezien je DNA bij de geboorte vast ligt en je 50% kans hebt om een allel van je vader of moeder te erven, wordt dit soort genetisch onderzoek ook beschouwd als een manier om de causaliteit van LDL-cholesterol op hart- en vaatziekten aan te tonen in zogenaamde mendelian randomization onderzoeken in analogie met gerandomiseerde medicijnonderzoeken. Uit deze mendelian randomization onderzoeken blijkt dat een 1 mmol/L genetisch lager LDL-cholesterol gedurende een mediane follow-up van 52 jaar leidt tot een 54% risicoreductie in hart- en vaatziekten.
Kortom, de totale blootstelling aan LDL-cholesterol gedurende het leven is bepalend voor het risico op hart- en vaatziekten. Dit is vergelijkbaar met “pack-years” zoals bij roken. Lees meer over het effect van het verlagen van LDL-cholesterol op de pagina Lipideverlagende therapieën.